The towering inferno (1974)

In de jaren 70 waren rampenfilms helemaal ‘hot’, en een van de meest bekende is de ‘Towering inferno’, met Steve McQueen.

De film gaat over een architect die een nieuwe torenflat heeft ontworpen, maar tijdens de grote opening blijkt dat er fouten bij de uitvoering zijn gemaakt en dat er is gerommeld met de veiligheidseisen.
Doordat in verband met de feestelijke opening alle lampen aan zijn, ontstaat er kortsluiting, met brand tot gevolg. En binnen de kortste keren staat het hele flatgebouw in de fik. Op de bovenste verdieping is het feest in volle gang en niemand weet in welk gevaar ze zich bevinden.
Dit is in alle eerlijkheid een draak van een film. Je weet precies wat er gaat gebeuren, je kunt al voorspellen wie er wel en niet dood zullen gaan en het drama ligt er duimendik bovenop. Op een gegeven moment wordt het gewoon hilarisch met alles wat fout gaat en wie er allemaal het loodje leggen.
Maar er zijn een aantal redenen om deze film toch heel leuk te vinden.
Ten eerste zijn daar alle sterren die meedoen, Paul Newman, Faye Dunaway, Richard Chamberlain, Fred Astaire en OJ Simpson. (toen die nog jong en aardig was)
Ten tweede is daar Steve McQueen, en dit is eigenlijk de belangrijkste reden.
McQueen speelt de brandweercommandant. Hij had eerst de hoofdrol aangeboden gekregen, die van de architect. Maar McQueen besefte dat de echte heldenrol die van de brandweercommandant was, zelfs al komt die pas na 45 minuten voor het eerst in beeld. Maar vanaf dat moment is het wel Steve McQueens film. Het is bij zijn personage waar je als kijker meeleeft en die je bewondert. Want eerlijk, de anderen zijn zo irritant dat je af en toe gewoon juicht als er een dramatisch omkomt in de vlammen. Commandant O’Hallorhan is de man die weet wat er gedaan moet worden en die het voor elkaar krijgt om de brand te blussen.
De rol van architect ging naar Paul Newman. In 1956 hadden beiden ook samen in een film gespeeld. Newman had toen de hoofdrol en McQueen had een klein bijrolletje. Vanaf dat moment zwoer McQueen dat hij eens groter zou zijn dan Paul Newman. En met ‘The towering inferno’ lukt hem dat.

Hoewel McQueen’s personage pas later in beeld komt, was het duidelijk dat zijn rol de eigenlijke hoofdrol was. En de vraag was welke naam er als eerste en als grootste op de filmposter kwam te staan. Hier is heel wat ruzie over geweest, maar uiteindelijk werd besloten dat de naam van Steve McQueen eerder werd genoemd, maar de naam van Paul Newman hoger kwam te staan. McQueen ging hiermee akkoord, hij besefte dat mensen nu eenmaal van links naar rechts lezen en zijn naam dus altijd als eerste zouden zien.

Het tweede probleem was voor McQueen de hoeveelheid tekst. Toen hij het script las, merkte hij dat de brandweercommandant twaalf regels minder tekst had dan de architect. Steve McQueen eiste dat er meteen meer regels voor hem bij werden geschreven, en dat is gebeurd. 

Tijdens het filmen heeft McQueen de meeste van de stunts zelf gedaan, onder andere de sprong vanuit de helikopter op de lift die aan de flat hangt en de duizenden liters water die uit de ontplofte watertanks op het dak stromen. Want dat blijkt de uiteindelijke oplossing te zijn. De brandweercommandant laat de tanks ontploffen, zodat het water van bovenaf geblust kan worden. Bedenk dat al deze special effects nog niet met de computer gemaakt konden worden in die tijd, en dat ze dus echt duizenden liters water moesten gebruiken.

Het schijnt dat deze film in Zweden in de jaren 80 steeds op oudjaarsavond  te zien was na twaalf uur ‘s nachts. En daar is het ook wel een film voor. Als je niets anders te doen hebt op een regenachtige middag in de herfstvakantie, lekker met een zak chips op schoot en kijken;  sterren tellen, voorspellen wie er dood gaat en juichen voor Steve McQueen. En dat OJ Simpson de kat ook nog redt is helemaal leuk.

Reacties

Populaire posts